Mag een werknemer afstand doen van deelname aan een collectieve pensioenregeling? Ja, dat mag
Mag een werknemer afstand doen van deelname aan een collectieve pensioenregeling? Ja, dat mag
Het komt nogal eens voor dat een nieuwe werknemer niet wil deelnemen aan de pensioenregeling van zijn werkgever. Het is mogelijk – niet altijd – dat een werknemer afstand doet van het pensioen. Maar de werkgever dient hier zeer zorgvuldig mee om te gaan. Want je wilt als werkgever, bijvoorbeeld als de werknemer overlijdt, geen claim aan je broek van de weduwe die stelt recht te hebben op nabestaandenpensioen.
Contractsvrijheid en Pensioenwet
Een pensioenovereenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding (art. 6:217 lid 1 BW). Voorts is de Pensioenwet (PW) van belang. Daar staat dat als een werkgever een nieuwe werknemer in dienst neemt, dat hij de werknemer binnen een maand na aanvang van de werkzaamheden schriftelijk dient te informeren of hij al dan niet een aanbod gaat doen tot het sluiten van een pensioenovereenkomst (art. 7 PW). Een werknemer kan een dergelijk aanbod weigeren. Het is sterk aan te raden om dit vast te leggen in een ‘afstandsverklaring’ (zie hierna).
Beperking contractsvrijheid
Het bovenstaande geldt niet als sprake is van een verplichtgestelde bedrijfstakpensioenregeling of van een pensioenregeling waarvan deelname o.g.v. van een CAO verplicht is. In deze gevallen is geen sprake van een overeenkomst die door aanbod en aanvaarding tot stand komt. Afstand doen is derhalve mogelijk in situaties waarin een werkgever vrijwillig een pensioenregeling in het leven heeft geroepen en deze heeft ondergebracht bij een verzekeraar, PPI, APF of evt. bij een pensioenfonds o.b.v. vrijwillige deelname.
Uitvoeringsovereenkomst kan afspraken tussen werkgever en werknemer niet overrulen
In de uitvoeringsovereenkomst die de werkgever met een pensioenuitvoerder sluit staat nogal eens de bepaling dat de werkgever verplicht is alle werknemers aan te melden op straffe van een boete. Dergelijke wurgcontracten zijn maatschappelijk onaanvaardbaar. De werknemer is echter niet gebonden aan de uitvoeringsovereenkomst. Hij behoudt zijn contractsvrijheid en de mogelijkheid om het pensioenaanbod te weigeren. De werkgever kan in deze situatie, met het oog op het boeterisico, minder snel geneigd zijn om mee te werken aan de wensen van de werknemer. De praktijk leert overigens dat pensioenuitvoerders vaak niet op de hoogte zijn van niet-aangemelde werknemers.
Ten slotte: de ‘afstandverklaring’
Voor een rechtsgeldig afstand doen van een pensioenaanbod is het verstandig dat de werkgever in cijfers inzichtelijk maakt wat de gevolgen zijn voor de werknemer en dit vastlegt in een afstandsverklaring c.q. overeenkomst inzake het afstand doen van pensioen. In deze overeenkomst wordt opgenomen waarvan men afziet: de (indicatieve) hoogte van de pensioenuitkeringen en de (contante) waarde van deze uitkeringen. Hoewel deze uitspraak van Hof den Bosch er wellicht op duidt dat er geen instemming van de partner nodig is raad ik met klem aan om de partner de overeenkomst voor akkoord te laten ondertekenen. Zo is het aannemelijker dat de partner zich er van bewust is dat er bij overlijden van de werknemer geen nabestaandenpensioen wordt uitgekeerd en dat voorkomt problemen in de toekomst. Beter dubbel gestikt dan 1x genaaid.
David Bakker
Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan hieronder in voor de nieuwsbrief.