Uitfasering pensioen in eigen beheer: Compensatie partner? Schenking?
Uitfasering pensioen in eigen beheer: Compensatie partner? Schenking?
2 maart 2017
Met ingang van 1 april 2017 wordt de fiscale mogelijkheid van pensioenopbouw in eigen beheer afgeschaft (zie voor meer info mijn artikel in EB Tijdschrift voor scheidingsrecht). Het overgangsrecht biedt de DGA tot 2020 de gelegenheid om het in eigen beheer opgebouwde pensioen in zijn geheel – ouderdomspensioen én partnerpensioen – te laten afkopen of om te zetten in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting (ODV). Om de positie van de partner te versterken heeft staatssecretaris Wiebes geregeld dat de partner – echtgenoot, geregistreerd partner of de ongehuwde samenlevingspartner – hiermee moet instemmen. Deze harde fiscale eis gaat verder dan het civielrechtelijke voorschrift dat de echtgenoot/geregistreerd partner – dus niet de samenlevingspartner – moet instemmen met een vermindering van het partnerpensioen (art. 3a Wvps). De echtgenoot van de DGA die instemt met afkoop of omzetting verliest het vooruitzicht op pensioenverdeling bij een eventuele echtscheiding. De vraag is daarom of de echtgenoot recht heeft op een compensatie. En leidt het achterwege blijven van compensatie tot een belaste schenking? Deze vragen beantwoord ik in een column die is gepubliceerd op Kluwer TaxLive. Deze column en een eerdere column leidden tot vragen in zowel de Tweede als de Eerste Kamer.
Kamervragen
De eerste column leidde tot kamervragen van CDA Tweede kamerlid Pieter Omtzigt:
In de Nota naar aanleiding van het verslag, TK 2016-2017, 34 662 nr. 5) bij de ‘Novelle uitfasering PEB’ heeft Wiebes gereageerd op de vragen van Omtzigt. Zoals viel te verwachten kon Wiebes zich niet met de inhoud van mijn column verenigen. Daarom schreef ik een tweede column waarin ik mijn standpunten verfijnde. Dit leidde tot vragen van de CDA-fractie in de Eerste Kamer:
Er was bij Wiebes echter weinig animo om op de vragen van het CDA in te gaan. Hij volstond met een verwijzing naar eerdere standpunten (zie Nota naar aanleiding van het verslag, EK 2016-2017, 34 662 nr. B).
Ten slotte. Wiebes begeeft zich op glad civielrechtelijk ijs
Wiebes is als staatssecretaris van financiën verantwoordelijk voor de goede uitvoering van belastingwetgeving, een taak waar hij naar verluidt zijn handen vol aan heeft. De ‘Wet uitfasering pensioen in eigen beheer’ is een fiscale wet. Mijns inziens overschrijdt Wiebes een grens door via fiscale wetgeving te pogen de rechtspositie van de partner te versterken. Dit is het domein van het familierecht dat onder een ander ministerie valt. De instemmingsvereiste m.b.t. tot de partner, voor zover deze verder gaat dan de civielrechtelijke eisen, kan daarom niet anders worden gezien dan een fiscale voorwaarde om de uitfaseringsmogelijkheden te kunnen benutten. Niet meer dan dat. Ook de uitlatingen van Wiebes, dat de partner van de DGA recht heeft op compensatie, moeten worden beschouwd als een mening van iemand die geen specialist is op het gebied van het familierecht. Of er uit het familierecht voor de DGA een plicht tot compensatie voortvloeit is onduidelijk. Wat wel duidelijk is dat de uitspraken van Wiebes geen juridische basis vormen op grond waarvan een dergelijke plicht aanwezig kan worden geacht.
David Bakker
Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan hieronder in voor de nieuwsbrief.