Nieuwe Handreikingen inzake ODV en vererving
Nieuwe Handreikingen inzake ODV en vererving
22 mei 2018
Bij overlijden dient de ODV naar de erfgenamen te gaan. Dit is een fiscale eis (zie art. 38p Wet op de loonbelasting 1964) die bij de parlementaire behandeling van het voorstel tot de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer nooit nader is toegelicht. Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) van de Belastingdienst heeft hier een eigen draai aan gegeven door te stellen dat de ODV via verdeling volgens wettelijk erfrecht of via testament bij de erfgenamen terecht moet komen. Wordt niet aan deze fiscale eis voldaan dan is over de waarde in het economische verkeer van de ODV-aanspraak loonheffing en revisierente verschuldigd. Bovendien zal de vrijstelling erfbelasting (zie art. 32 lid 3 Successiewet) niet van toepassing zijn. Dit staat in de geactualiseerde Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) en in de nieuwe Handreiking oudedagsverplichting en vererving van de termijnen (versie 8 mei 2018).
De enige wijziging van de Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) t.o.v. de versie van 13 oktober 2017 is dat er nu een verwijzing is opgenomen naar onderdeel 5.4 van het besluit van 24 november 2017, nr. 2017-126948. De nieuwe Handreiking oudedagsverplichting en vererving van de termijnen (versie 8 mei 2018) komt grosso modo inhoudelijk overeen met de Handreiking van 4 april 2018 en bevat nog wat extra praktijkvragen. De nieuwe Handreiking is verschenen n.a.v. beantwoording van kamervragen door de Staatssecretaris.
De eis dat de ODV via verdeling volgens wettelijk erfrecht of via testament bij de erfgenamen terecht moet komen betekent het volgende:
Niet-toegestane situaties volgens het CAP:
– in de ODV-overeenkomst staat dat de ODV bij overlijden van de DGA toekomst aan de partner/erfgenaam van de DGA (derdenbeding);
– de 2 erfgenamen van de DGA verdelen de nalatenschap bestaande uit een bancaire lijfrentepolis ter waarde van € 100.000 en een ODV ter waarde van € 100.000. De ene erfgenaam krijgt de lijfrente, de ander de ODV.
Toegestane situaties volgens het CAP
– ODV gaat naar partner/erfgenaam t.g.v. wettelijke verdeling of de ODV is gelegateerd aan de partner/erfgenaam;
– de 2 erfgenamen van de DGA verdelen de nalatenschap bestaande uit een bancaire lijfrentepolis ter waarde van € 100.000 en een ODV ter waarde van € 100.000. Beide erfgenamen krijgen een helft van de lijfrente en een helft van de ODV. Het CAP eist dat in deze situatie de ODV pondspondsgewijs wordt verdeeld (alternatief: DGA legateert ODV aan ene erfgenaam en lijfrente aan de ander).
Ten slotte
Het is opmerkelijk dat het CAP allerlei eisen stelt aan de erfrechtelijke afwikkeling van de ODV teneinde de ODV loonbelastingtechnisch zuiver te houden. Dit terwijl de LB-wettekst noch de parlementaire toelichting enig woord hierover reppen. Hieruit blijkt wel weer dat ambtenaren – die nu dus ook de Staatssecretaris voor hun karretje hebben gespannen – veel te veel macht hebben. Naar mijn bescheiden mening wordt aan de wet voldaan wanneer de ODV bij een of meer erfgenamen terecht komt, ongeacht of dit volgens wettelijk erfrecht of via testament gaat.
David Bakker
Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan hieronder in voor de nieuwsbrief.